Bijna waren we doorgelopen, weg van de Goethelaan in de Blerickse wijk De Vossener.
De novemberregen maakt de straat - gebouwd in de jaren zeventig- troosteloos en onze handen rood en koud.
Maar het witte bordje ‘Voedselhulp Blerick’, vastgespijkerd op de houten schutting  gaf ons hoop.
Als we op de bel drukken, doet een vriendelijke  Charlotte Verheijden (61 jaar) de poort open. Natuurlijk mogen we even binnenkomen.
Of we koffie willen en eigengemaakte cake.
En of we niet op de rommel willen letten. 

De binnenplaats staat volgebouwd met kratjes met dennenappels en tierlantijntjes, „Ik knutsel graag. Zo kom ik een beetje de dagen door.”
In woonkamer staat een paspop die Charlotte heeft aangekleed in een trouwjurk met gouden ballen erop, gemaakt van oude gordijnen.

Het bordje aan de poort?
Dat is  eigenlijk het verhaal van haar man Gino (61 jaar).
Die leeft zijn leven de laatste paar jaar voor de armen in de stad.
Hij zamelt voedsel in bij bedrijven en particulieren, slaat het op en deelt dat elke donderdag weer uit aan de arme gezinnen die het nodig hebben.
Allemaal vanuit hun eigen garage.
Charlotte wil hem wel vragen of hij even kan komen om met ons te praten.
Gino staat nu nog in de regen bij de Lidl, waar hij mensen vraagt iets extra’s te kopen voor de armen. Een pak rijst of een blik soep.
„Als je dertig euro moet betalen of 32 euro maakt ook niet zoveel uit toch?”

Charlotte en Gino hebben zelf ook  bij de Voedselbank ‘gelopen’.
Nog steeds zitten ze in de schulden, „Wij hebben ook wekenlang spruitjes gegeten, Je wordt er wel creatief van”, zegt Charlotte, net een week thuis van een zware operatie.
Ze viel de afgelopen jaren maar liefst 75 kilo af, de overtollige huid moest worden verwijderd.
„Ik vraag al sinds 2012 om zo’n operatie, maar telkens kon het niet volgens de verzekeraar, de aanhouder wint”, lacht ze terwijl ze nog een kop koffie en een plak cake aanbiedt.

Dan komt Gino thuis.
Nat en verkleumd.
Die paar uur voor de deur bij de Lidl heeft hem niet al teveel opgeleverd.
Als het regent, komen er geen mensen.

Ooit had het stel een ijswinkel in het centrum van Venlo.
Maar het liep niet goed genoeg.
Toen het contract met het moederbedrijf afliep, konden ze kiezen.
Een contract tekenen voor tien jaar of stoppen.
Ze stopte, maar bleven achter met een flinke schuld.
„We zouden in de schuldsanering komen, maar dat is niet helemaal goed gegaan waardoor de schulden nog groter werden.
Honderd uur werkte ik per week, maar toen het niet meer lukte, was er niemand die ons kon helpen. De samenleving had mij niet meer nodig”, vertelt Gino.
De tranen springen er gewoon weer van in zijn ogen.
Het gevoel van diepe onrecht, doet– jaren later- nog pijn.
Charlotte kende haar man destijds niet meer terug.
Gino liep vast en zat terneergeslagen thuis.
Om de leegte te vullen en zijn problemen te  vergeten, ging Gino als vrijwilliger met daklozen werken. Het inspireerde hem om zelf iets te gaan doen voor mensen die – net als hij- nauwelijks te eten hebben. Hij roept via een website mensen op zich te melden als ze hulp nodig hebben. Op zijn fietsje gaat hij de lokale ondernemers af om te vragen of ze iets kunnen missen voor de armen. „Ik kreeg brood van de bakker en later mocht ik bij de supermarkt het vlees ophalen dat bijna over de datum was. Tien mensen meldden zich bij me.  Inmiddels zijn dat er negentig. Veel meer dan dat we eigenlijk aan kunnen.
We hebben een stop gezet, maar ja, gezinnen met kinderen die laat je toch niet aan hun lot over.” 

Elke donderdag deelt Gino  de pakketten uit vanuit zijn garage.
Charlotte blijft dan liever uit de buurt.
Ze heeft moeite met het leed van de mensen.
Ze wordt er te emotioneel van, zeker als het om kinderen gaat.
Gisteren hebben ze nog een gezin met zeven kinderen geholpen.
Ze mochten niet meer naar de Voedselbank toe omdat ze ‘door omstandigheden’ twee keer te laat waren gekomen. „Regels hé. Die zitten hulp in de weg.”
Hij hanteert geen regels, geen inkomensnormen of wat dan ook.
Iedereen die hulp nodig  heeft, is welkom.”

Gino en Charlotte laten de garage zien waar een deel van de voedselvoorraad ligt opgeslagen.
Die staat bijna tot aan het plafond vol  met zwarte kratjes, allemaal genummerd op houdbaarheidsdatum.
Kisten gevuld met potten appelmoes, tortellinie, blikken maaltijdsoep, babyvoeding en potten doperwten met worteltjes.
Houdbaar tot de zomer volgend jaar.
„Ik kijk in iemands ogen en dan kan ik altijd inschatten of iemand hulp nodig heeft.
Soms ga ik op bezoek.
In de afgelopen jaren heb ik maar drie mensen weggestuurd.
Elke dag ben ik hier mee bezig.
Als een nachtwinkel me zondagnacht belt omdat er spullen over zijn, ga ik.
Als je de problemen hoort van anderen, vallen die van jezelf nog wel mee.”

Judith Janssen

Verslaggever 

De Limburger

    14-11-2017 00:00
Deze website gebruikt cookies om het bezoek te meten, we slaan geen persoonlijke gegevens op.
Accepteer geselecteerde cookies